Verspaner worden? Zo doe je dat.
Werken in de verspaning is heel voldoening gevend; je maakt een tastbaar product van iets wat eerst alleen een tekening was. Vaak wordt dit vakgebied over het hoofd gezien, omdat het het begin is van veel grotere projecten. Er zijn verschillende wegen die je kunt bewandelen om in de verspaning aan de slag te gaan.
Op niveau 2 van het mbo kun je de opleiding Medewerker Productietechniek (Verspaner) volgen. Dit is een tweejarige opleiding waarmee je uiteindelijk terecht kunt in veel verspaningsbedrijven. Deze studie legt een mooie basis voor je carrière. Je werkt met harde materialen, waaronder gietijzer, aluminium en staal, om daaruit producten te maken. Hierbij komt een grote mate van precisiewerk kijken, omdat de producten precies moeten voldoen aan de werktekeningen. Door te leren draaien én frezen, word je een vakspecialist. Elke specialisatie heeft een opzichzelfstaande functie binnen de verspaning.
Ben je toe aan iets meer uitdaging? Dan kun je op niveau 4 van het mbo de opleiding Productietechnicus (Verspaningstechnoloog) volgen. Het verschil met de studie op niveau 2 ligt in de mate van verantwoordelijkheid. Je gaat niet alleen verspanen, maar geeft ook je mening over het hele productieproces. Bij nieuwe projecten word je ingezet om beslissingen te nemen over de maakbaarheid van producten. Je overlegt met het team en schrijft CNC-programma’s (de instructies die de machines uitlezen) om de frees- en draaimachines continu te laten produceren. Waar de studie op niveau 2 zich vooral richt op het zelf produceren, biedt de studie op niveau 4 een kans om in een meer uitgebreide functie aan de slag te gaan.
Wil je in de verspaning werken, maar kom je uit een heel andere branche? Zij-instromers zijn zeer welkom, vooral omdat je in de praktijk het meeste leert, en school slechts een klein deel van de opleiding uitmaakt. Het is een zeer kansrijk vakgebied, er is een grote vraag naar verspaners, dus de kans is groot dat je een baan vindt die bij jou past nadat je het traject hebt afgerond. De focus ligt op conventioneel verspanen (dus niet CNC verspanen, waarbij CNC-machines worden gebruikt). Bij het afronden van de opleiding ken je de basisbegrippen van draaien en frezen. Je leert technische tekeningen lezen en krijgt veel materialenkennis. Deze optie legt vooral een goede basis, en daarom is de duur van de studie ook korter dan de andere genoemde mogelijkheden. Met ongeveer 10 theoriebijeenkomsten en minimaal 20 uur per week in de praktijk aan de slag, is het een behapbare manier om als zij-instromer kennis te maken met de verspaning.
Natuurlijk zijn er ook andere opties. Als je al kennis hebt van verspaning, kun je doorgroeien door je bijvoorbeeld te specialiseren in CAD/CAM-software. Je kunt programmeur worden en 3D-tekeningen maken. Er zijn genoeg opties om je te specialiseren en door te groeien. Of je nu kleine series of grote series produceert, verspaning biedt genoeg uitdagingen en afwisseling.